Het bombardement op Rotterdam is vandaag 80 jaar geleden. Clare Lennart woonde tijdens de eerste oorlogsjaren in de Tollensstraat in Rotterdam en maakte de gevechten om de Maasbruggen en het bombardement van dichtbij mee. Ze beschreef haar ervaringen in het aangrijpende boekje ‘Ter herinnering aan Rotterdam’ uit 1946. Een citaat:
“De huizen stroomden leeg. Uren lang liepen we zonder vermoeidheid te voelen… een onafzienbare stroom menschen, die pathetisch hun aardsche bezittingen torsten. Menschen, die sjouwden met beddegoed, met koffers, die handkarren met allerlei meubilair voortduwden, menschen met kinderwagens, waarin soms kinderen, soms allerlei andere dingen lagen, menschen met honden en katten, met konijnen, kippen en kanaries. Zieke menschen, kreupele menschen, zwangere vrouwen, menschen in gevangeniskleeren… Ook ik, met Rouska in een rieten waschmand, maakte deel uit van dien stroom. Ik had het gevoel, dat deze werkelijkheid af was gezien van de bioscoop… te dramatisch, te effectvol ellendig om aan te doen als echt.
Als er een vliegtuig aankwam, gooide alles zich plat op den grond, drukte zich tegen de aarde aan, zou er in weg hebben willen kruipen om het leven te redden. De mensch, die in het stof lag voor het moordtuig, dat hij zelf had uitgevonden, vernederend en symbolisch. Tegen den avond kwamen we in een dorp. De seringen bloeiden er en de gouden regen. Er was niets gebeurd hier. Men zei ons, dat de oorlog voorbij was. Maar de horizon in het zuid-westen was rood gekleurd. Daar brandde Rotterdam.”