Leven

Clara Klaver werd geboren in 1899 in Hattem. Zij kreeg een vrije opvoeding in een kunstenaarsgezin in het landelijke Oldebroek. Haar vader, de kunstschilder Luite Klaver, had een kwekerij rond het landhuis De Ekelenburg en Clara dwaalde met haar zusje Eveline (1901-1988) en broer Dick (1904-1978) graag door de uitgestrekte tuinen. Daar ontwikkelde zij een grote liefde voor het buitenleven, voor bloemen en dieren. Ze las veel en groeide op tot een intelligent, kritisch en gereserveerd meisje met een levendige fantasie. Het huwelijk van haar ouders was niet gelukkig en Clara’s bangige natuur werd versterkt door de (financiële) spanningen in het gezin. Toen Clara tien was, ging de kwekerij failliet. Het gezin verhuisde naar een kleiner huis in Epe, waar vader Luite een schildersatelier inrichtte. Dit verlies van de ‘groene tuin’ heeft Clara als een catastrofe ervaren. Ze bezocht in Epe de dorpsschool en de zogenaamde Franse School, een school voor M.U.L.O.

1913-1926

Vanaf augustus 1913 woonde Clara bij haar tante Saar Doyer in Deventer. Zij bereidde zich daar voor op het toelatingsexamen van de Rijkskweekschool voor meisjes in Apeldoorn en in april 1914 veroverde ze inderdaad een plek op deze prestigieuze opleiding. Het werden vier jaren van heimwee en verzet tegen de ‘huismoeder’ van het kleinschalige internaat waar zij woonde. Begin december 1915 stierf Clara’s bewonderde en geliefde moeder Da Doyer aan tbc. De verlegen en eigenzinnige Clara paste slecht in de veeleisende corpsmentaliteit van de Rijkskweekschool, maar met de omvangrijke leerstof had ze weinig moeite. In het voorjaar van 1918 haalde ze haar diploma. Tot 1926 werkte ze met plezier als onderwijzeres in kleine dorpen in Drenthe en Overijssel en ze haalde de akten Fransch LO en Engelsch LO.

1926-1936

In de zomer van 1926 nam ze een baan in Utrecht aan.Daar ontmoette Clara de militairWim van den Boogaard, een rustige, ongecompliceerde volksjongen. Wim was echter gehuwd en had zeven kinderen. Hun liefdesrelatie stuitte op weerstand bij Clara’s werkgever, het Utrechtse gemeentebestuur. Clara koos radicaal voor Wim en nam in 1927 ontslag als onderwijzeres. Omdat haar geliefde niet kon scheiden of financieel voor haar kon zorgen, zette Clara een pension op. Om de karige huurinkomsten aan te vullen, begon zij rond 1931 met schrijven. Zo zette ze in de avondurenverhalen uit haar onderwijstijd op papier en schreef ze twee jeugdboeken. Haar jeugdherinneringen waren ook een eindeloze bron van inspiratie. Met de publicatie van de novelle ‘Liefde en logica’ in Groot Nederland in 1932 nam Clara’s schrijverscarrière een literaire wending. Groot Nederland-redacteur en criticus Frans Coenen hielp haar om haar verhalen gepubliceerd te krijgen en stimuleerde haar om romans te schrijven. Bij de voorpublicatie van haar eerste roman Mallemolen, in 1934, nam Clara een pseudoniem aan omdat ze haar pensiongasten herkenbaar portretteerde. Onder de naam Clare Lennart publiceerde ze vervolgens in hoog tempo zes romans, een meisjesboek en een sprookje voor volwassenen. Terugblikkend op het begin van haar literaire carrière schreef ze: ‘Nog altijd vraag ik me af, of ik ooit iets anders gedaan zou hebben dan verhalen dénken, als ik toen niet zo om geld verlegen had gezeten.’

1936-1945

Clara kreeg in de zomer van 1932 een heftige liefdesrelatie met Frans Coenen. Hun frequente correspondentie laat zien dat Clara zowel emotioneel als literair zeer sterk onder Coenens invloed stond. Zij verzorgde Coenen tijdens zijn ziekte in het voorjaar van 1936, tot zijn dood in juni 1936. Met de flamboyante componist Alexander Voormolen had zij kort een onstuimige affaire in het najaar van 1936. Clara’s relatie met Wim van den Boogaard, die ook tijdens haar verhouding met Coenen een grote rol in haar leven bleef spelen, werd rond 1938 stabiel. In de mobilisatietijd volgde zij Wim naar Rotterdam. Het bombardement op Rotterdam in 1940 overleefde ze ternauwernood. Teruggekeerd in Utrecht richtte ze in de Zuilenstraat 10bis weer een pension in. In de oorlogsjaren ving Clara daar, o.a. voor het Utrechts Kindercomité, Joodse kinderen en volwassenen op. Omdat zij niet voor de Kultuurkamer tekende en dus niet kon publiceren, bereidde ze in de oorlogsjaren vertalingen voor. Ook na 1945 vulde ze haar budget aan met het vertalen van onder andere Truman Capote, Pearl S. Buck, Colette en Anne Philipe.

1945-1954

Wims vrouw stief in 1944 en zo trok hij definitief bij Clara in. Ze trouwden in 1947. Mede dankzij de praktische steun van haar echtgenoot waren de jaren vijftig voor Clare Lennart een periode van grote bloei. Ze kreeg landelijke bekendheid met het autobiografische Twee negerpopjes, het Boekenweekgeschenk van1949. De roman Serenade uit de verte, in 1951 gepubliceerd bij de literaire uitgever A.A.M. Stols, kreeg juichende kritieken. Met Stad met rose huizen (1954) en vooral De ogen van Roosje (1957) bevestigde zij haar status van literair auteur met een groot psychologisch inzicht. De dichter J.C. Bloem vergeleek haar met Katherine Mansfield. In haar werk onderzocht ze vaak de spanning tussen werkelijkheid en verbeelding. In haar lezingen, radiopraatjes en artikelen getuigde zij telkens opnieuw van de rijke erfenis van de ‘groene aarde’ uit haar jeugd.

1954-1960

Clare Lennart kon inmiddels van haar pen leven en verhuurde na 1954 geen kamers meer. Zij werkte onder andere als journalist voor Het Parool en als boekrecensent voor Elseviers Weekblad. Haar korte verhalen, die zij vrijwel allemaal bundelde, verschenen inzeer uiteenlopende periodieken, zowel literaire tijdschriften als gezinsbladen. In opdracht schreef zijnon-fictie. Haar zelfbewustzijn groeide en ze werd minder verlegen. Haar rol in literair Nederland groeide, dankzij lidmaatschappen van de Vereniging van Letterkundigen, de internationale PEN-club en de Zeister Literaire Kring. Zij was bestuurlijk actief in het Tollensfonds en de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en zat in diverse jury’s. Ze onderhield zakelijke en soms vriendschappelijke contacten met collega-auteurs als Harriët Freezer, Ton van Oudwijk, Ina Boudier-Bakker en Wim Hora Adema. Voor haar geliefde stad Utrecht voerde ze succesvol actie tegen het plan om de karakteristieke singels te dempen.

Na 1960

Na de dood van haar man, in februari 1960, had Clare Lennart moeite met het combineren van huishouden en schrijven. Ze was snel nerveus en schreef tot 1970 slechts één roman, Twintig ramen aan de straat. Zij vond troost bij haar geliefde poezen en in
het schrijven van haar tweewekelijkse column ‘Van tijd tot tijd’ in het Utrechts Nieuwsblad. In haar laatste levensjaren hervond Clare Lennart zich. Haar boek met nostalgische familieherinneringen Weleer (1971) werd een succes. Ook had ze plezier in het schrijven van kinderboeken en gedichtjes over katten. Vlak voor haar onverwachte dood, in december 1972, werkte ze nog met haar vriend Dolf Verroen aan een bundel literaire kattenverhalen. Haar zuster Eveline Klaver maakte het onvoltooid gebleven vervolg op Weleer af.

Het oeuvre van Clare Lennart

Avontuur, 1935 (roman)

De wijde wereld. Een verhaal voor oudere meisjes, 1935

Mallemolen, 1936 (roman)

De blauwe horizon, 1937 (roman)

Tooverlantaarn, 1937 (roman, nog als e-book verkrijgbaar)

Huisjes van kaarten, 1939 (roman, heruitgave in 2019)

Maanlicht. Een sprookje voor groote menschen, 1939

Ter herinnering aan Rotterdam, 1946 (geïllustreerde memoir)

Kasteel te huur, 1948 (roman)

Rouska, 1949 (verhalen)

Twee negerpopjes, 1949 (novelle, Boekenweekgeschenk)

De blauwe horizon, 1950 (roman, twee delen in een band)

Door allen voor allen, 1950 (non-fictie over Het Groene Kruis)

Serenade uit de verte, 195l (roman)

Prinsesje Mimosa, 195l (jeugdboek)

Liefde en logica, 1952 (novellen)

Stad met rose huizen, 1954 (roman)

Op schrijversvoeten door Nederland, 1955 (interviews, Boekenweekgeschenk)

De ogen van Roosje, 1957 (roman)

Kathinka uit de Kattesnorstraat, 1957 (jeugdboek)

N.V. Vaalser Textiel Fabriek, 1932-1957, 1957 (non-fictie)

Iboe, 1960 (poesenversjes)

Rinus Spoormus, [1960] (jeugdboek)

Scheepjes van papier, 1962 (verhalen)

Utrecht. Stad en provincie, 1962 (non-fictie)

Twintig ramen aan de straat, 1965 (vertelling)

Kinderverhalen, 1965 (jeugdboek)

Martijn en Martientje, 1965 (jeugdboek)

Pluk een roos, [1967] (columns)

De bosjespoesen, 1967 (jeugdboek)

Een mus op je vensterbank, 1969 (colums)

Het vrouwtje Tamarinde, 1970 (jeugdboek)

Weleer, 1971 (memoires)

Notitieboek voor poesen, 1973 (jeugdboek)

Weleer deel 2, 1976. [Clare Lennart en Eveline H. Klaver] (memoires)

Het paard lacht, 1977 (nog als e-book verkrijgbaar) (columns)

Dwalen door een paradijs, 2022 (columns)

Column in het ‘Utregs’ over Clare

In het najaar van 2023 is een tweede druk verschenen van ‘Dwalen door een paradijs’,een keuze uit niet eerder gebundelde columns ‘Van Tijd tot Tijd’ in het Utrechts Nieuwsbladdoor Clare Lennart. Het bundeltje is samengesteld en ingeleid door Petra Teunissen. Clare...

Op de stoep bij Clare Lennart

Lilliane Waanders van het weblog Hanta was op 30 december aanwezig bij de herdenking van de vijftigste sterfdag van Clare Lennart. Zij houdt zich al jarenlang bezig met het oeuvre van de schrijfster en schreef er een bijzonder fraaie column over: 'Op de stoep bij...

Nu te koop: Dwalen door een paradijs

Nu te koop: Dwalen door een paradijs

Dwalen door een paradijs, een verzameling van 16 niet eerder gebundelde columns van Clare Lennart is op 30 december verschenen. Clare Lennart schreef naast haar romans, gedichten en ander werk vanaf 1961 tot kort voor haar overlijden een tweewekelijkse column op...

QR-steen vraagt aandacht voor werk Clare Lennart

QR-steen vraagt aandacht voor werk Clare Lennart

Op 30 december legde oud-wethouder van Utrecht Wim van Willigenburg een 'attentiesteen' bij het voormalige woonhuis van Clare Lennart op de Zuilenstraat 10-bis. Op de felrode steen is een qr-code afgebeeld die verwijst naar een webpagina met meer informatie over de...

“Tijd voor een comeback”

“Tijd voor een comeback”

In de aanloop naar de herdenking van de vijftigste sterfdag van Clare Lennart sprak Koen Vergeer met het UN: "Het is tijd voor een comeback. Ze schrijft poëtisch en ondanks dat haar personages de nodige tegenslag ondervinden, met een positieve kijk op het leven, op de...

‘Dwalen door een paradijs’

‘Dwalen door een paradijs’

Op vrijdag 30 december 2022 om 15.00 uur verschijnt Dwalen door een paradijs, een verzameling van 16 niet eerder gebundelde columns van Clare Lennart. Het eerste exemplaar zal overhandigd worden aan Dolf Verroen, schrijver en vriend van Clare Lennart. Clare Lennart...

Clare Lennart in De Groate Utreg Kwis

Op 3 juni presenteerde Vollekstaol-ambassadeur Koos Marsman De Groate Utreg Kwis. Deze speciale Utreg Kwis was onderdeel van de start van de activiteiten rond 900 jaar Utrechtse stadsrechten. Vraag 19 gaat over Clare Lennart, die meer dan veertig jaar in Utrecht...

Clare Lennart-wandeling op zondagmorgen 19 juni

Clare Lennart-wandeling op zondagmorgen 19 juni

Op zondag 19 juni van 11.00 tot 13.00 uur is er weer een literaire wandeling 'Utrecht, zoals Clare Lennart het toen zag' onder leiding van Petra Teunissen, biografe van Clare Lennart.  In de zomer van 1926 kwam Clare Lennart (1899-1972) in Utrecht wonen. Haar eerste...

Clare Lennart-wandeling op Tweede Paasdag

Op maandag 18 april 2022, tweede Paasdag, van 11.00 uur- 13.00 uur is er weer een literaire wandeling onder leiding van biografe Petra Teunissen: Utrecht, zoals Clare Lennart het toen zag . In de zomer van 1926 kwam Clare Lennart (1899-1972) in Utrecht wonen. Haar...

Clare Lennart in ‘Feestelijk maar vreselijk’

Clare Lennart in ‘Feestelijk maar vreselijk’

De eerste hoofdstukken van de biografie ‘Voor ’t gewone leven ongeschikt’ zijn voor een deel gebaseerd op de briefwisseling tussen Clare Lennart en haar minnaar Frans Coenen. Deze omvangrijke briefwisseling, meer dan 800 epistels, kreeg ik in bruikleen van Dolf...